aandacht
Nederlands
Woordafbreking
- aan·dacht
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘belangstelling’ voor het eerst aangetroffen in 1430 [1]
- samenstelling van aan en dacht ww [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aandacht | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
aandacht v/m
- (psychologie) gerichte belangstelling of interesse
- attentie! attentie! mag ik even uw aandacht.
- De dokter had veel aandacht voor zijn patiënten.
- `Het gaat om service verlenen. Aandacht voor de gasten. Hun net dat beetje aandacht geven. Zo krijg je gelukkige klanten en een betere wereld. Uiteindelijk.' [3]
Afgeleide begrippen
Vaste voorzetsels
- aandacht vestigen op
Uitdrukkingen en gezegden
iets met belangstelling bekijken
- met gespannen aandacht
geboeid, met grote belangstelling
belangstelling opwekken voor iets
- iets onder de aandacht brengen
belangstelling opwekken voor iets
- de aandacht op iets vestigen
belangstelling opwekken voor iets
- aan de aandacht ontsnappen
Vertalingen
1. gerichte belangstelling of interesse
Gangbaarheid
- Het woord aandacht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'aandacht' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "aandacht" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- aandacht op website: Etymologiebank.nl
- Sandes, David De wondermethode 2006 ISBN 9044509543 pagina 198
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.