ontsnappen
Nederlands
Woordafbreking
- ont·snap·pen
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘ontkomen’ voor het eerst aangetroffen in 1648 [1]
- Afgeleid van snappen (betrappen) met het voorvoegsel ont-.
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ontsnappen |
ontsnapte |
ontsnapt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
ontsnappen
- ergatief aan gevangenschap, dreigende gevangenneming of ander gevaar ontkomen
- Zij ontsnapten ternauwernood aan de neerstormende lawine.
- De jonge vrouw vertelt in Canadese media dat ze wilde ontsnappen aan het geweld van haar familie. [2]
- Een kort ogenblik had de Koning erover gedacht een poging te doen om te ontsnappen. Maar de Zwartnekken hadden geen enkel risico genomen. Ze hadden zijn handen en voeten met koorden bij elkaar gebonden. Hij had zich onmogelijk zelf kunnen bevrijden. [3]
Vertalingen
1. aan gevangenschap, dreigende gevangenneming of ander gevaar ontkomen
Gangbaarheid
- Het woord ontsnappen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ontsnappen' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "ontsnappen" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- De Standaard 15/01/2019 door jvt Saudische tiener: ‘Ik hoop dat mijn verhaal andere vrouwen aanmoedigt om vrij te zijn’
- Herzen, Frank De zoon van de woordbouwer 1970 ISBN 9062805450 pagina 103
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.