Tonga

• Geluid:  Tonga    (hulp, bestand)

• Ton·ga

Tonga o

1. (taal) (ton) Tongaans, een Polynesische taal die in Tonga gesproken wordt en de officiële taal van het land is

1. • Het Tonga is een levende taal, omdat het door 100.000 mensen gesproken wordt. 

2. (taal) (tog) een taal uit de Mandatalen gesproken in Malawi door oongeveer 220.000 sprekers

1. • De sprekers van het Tonga leven langs het Malawi-meer. 

2. (taal) (toi) een Lenje-Tongataal uit Zimbabwe en Zambia met meer dan een miljoen sprekers

1. • Dit Tonga is ook een Bantoetaal net als zijn naamgenoot in Malawi, maar zij zijn wederzijds niet verstaanbaar en behoren tot een andere tak van deze taalfamilie. 

2. (taal) (tnz) Ten-edn, een Noord-Asliaanse taal uit Thailand met ongeveer 200 sprekers

1. • De sprekers van het Tonga leven in het binnenland van het schiereiland van Malakka, zij worden wel negrito's genoemd en waren tot voor kort jagers en verzamelaars. 

• [1] Tongaans
• [4] Ten-edn, Tonga Mos

Tonga

1. (toponiem: land) een uit 170 eilanden bestaande eilandstaat en koninkrijk in de Stille Oceaan

• Tongaan

• Het woord 'Tonga' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Tonga

1. (toponiem: land) Tonga

Tonga

1. (toponiem: land) Tonga

Tonga v

1. (toponiem: land) Tonga

Tonga v

1. (toponiem: land) Tonga

Tonga v

1. (toponiem: land) Tonga; een uit 170 eilanden bestaande eilandstaat en koninkrijk in de Stille Oceaan

• Tongské kráľovstvo o

Tonga v

1. (toponiem: land) Tonga

• IPA: /tɔŋga/

• Ton·ga

Tonga v

1. (toponiem: land) Tonga; een uit 170 eilanden bestaande eilandstaat en koninkrijk in de Stille Oceaan

• stát monbezield
• země v

• Království Tonga

• tongsky (bw.)
• tonžsky (bw.)
• tongánština v
• tongština v
• tonžština v

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Tonga o

1. (toponiem: land) Tonga