Santi Quattro Coronati

De kerk zelf kwam al in de vroege twaalfde eeuw gereed en werd gebouwd op last van paus Paschalis II nadat het voorgaande gebouw in 1084 tijdens het beleg van de Noormannen in de as was gelegd. Aanvankelijk werd het klooster dat erbij gebouwd werd bij de Benedictijnen (vanaf 1568 ging het over naar de Augustinessen).

De kapel werd in 1246 gebouwd op last van paus Innocentius IV.

Keizer Constantijn overhandigt de tiara aan Paus Silvester I; fresco in de Silvesterkapel bij de Santi Quattro

De kerk is toegankelijk via twee binnenplaatsen: de eerste is een kloosterhof, waar een twaalfde-eeuwse fontein is te zien. De tweede cortile leidt tot de ingang van zowel de kerk als het klooster van de zusters Augustinessen. Via de ingang naar het klooster kan men - op zeer beperkte tijden - toegang krijgen tot de Silvesterkapel, de schutskapel van het beeldhouwersgilde, waar Michelangelo, Maderno, Bernini en Borromini lid van zijn geweest. In de kapel zijn fresco's te zijn voorstellende de bekering en doop van keizer Constantijn. Ook is er een fresco waarop te zien is hoe keizer Constantijn de tiara overhandigt aan paus Silvester I, als beeldende ondersteuning van de Donatio Constantini.

In de kerk is de apsis, die veel groter is dan later gebruikelijk is, de voornaamste bezienswaardigheid. In de apsis van de kerk zijn de twee groepen van vier op fresco's te zien van heiligenlevens, van de hand van de Florentijner meester Giovanni da San Giovanni. Daarnaast is aan het zijaltaar in de rechterbeuk het schilderij "Aanbidding der herders" (Vlaamse School) te zien uit de 16de eeuw.

De Santi Quattro Coronati is al sinds de vierde eeuw een titelkerk. De huidige titulus is de Amerikaanse Kardinaal Roger Mahony. Onder de vorige tituli waren paus Leo IV, Hendrik van Portugal en paus Benedictus XV.

• Luc Verhuyck, SPQR. Anekdotische reisgids voor Rome, Amsterdam, 2002, ISBN 90 253 5875 6, 238-240