Robert Fico

Robert Fico (Topoľčany, 15 september 1964) is een Slowaaks politicus en hij was tweemaal premier van Slowakije. Fico is aangesloten bij de linkse partij SMER - sociálna demokracia.

Robert Fico
Geboren15 september 1964
Topoľčany
Politieke partijSMER-SD
Premier van Slowakije
Aangetreden4 juli 2006
Einde termijn8 juli 2010
VoorgangerMikuláš Dzurinda
OpvolgerIveta Radičová
Aangetreden4 april 2012
Einde termijn15 maart 2018
VoorgangerIveta Radičová
OpvolgerPeter Pellegrini
Portaal    Politiek

Biografie

Fico studeerde aan de juridische faculteit van de Comenius Universiteit in Bratislava en trad daarna in dienst bij het Instituut voor Staat en Recht van de Slowaakse Akademie der Wetenschappen. In 1987 werd hij lid van de communistische partij van Tsjechoslowakije en kreeg daardoor toestemming om naar de Verenigde Staten te reizen. Van 1989 tot 1991 studeerde hij in de VS waarna hij terugkeerde naar Slowakije.

In 1999 richtte hij Smer - tretia cesta (Richting - derde weg) op en werd partijleider. Na een misluke poging om de partij vorm te geven als een Derde Weg-partij besloot hij de partij om te vormen richting een sociaaldemocratische partij: Smer - sociálna demokracia (Richting - sociaaldemocratie). Enkele rechtse partijen in Slowakije verweten hem vervolgens populisme omdat hij in hun ogen kritiek leverde op markt- en sociale hervormingen zonder een alternatief te bieden.

Bij de parlementsverkiezingen van 2002 behaalde SMER 13,46% van de stemmen en werd daarmee de derde partij van het land. Vier jaar later, bij de parlementsverkiezingen van 17 juni 2006, boekte de partij met 30% een grote overwinning. Fico mocht Mikuláš Dzurinda opvolgen als premier van Slowakije.

Regering

Fico sloot een coalitie met de Slowaakse Nationale Partij van Jan Slota en de Volkspartij-Beweging voor een Democratisch Slowakije van de vroegere autocratische premier Vladimir Meciar, die respectievelijk drie en twee ministersposten kregen.

Slowakije trad onder Fico's leiderschap, op 1 januari 2009, toe tot de Eurozone. Tegelijkertijd uitte Fico verschillende malen stevige kritiek op de Europese Unie en haalde hij de banden met landen als Servië en Rusland stevig aan. In kwesties als de oorlog in Zuid-Ossetië, en later de Annexatie van de Krim, koos Fico prominent de kant van Rusland. Ook erkent Fico de onafhankelijkheid van Kosovo niet. Deze standpunten zijn volgens Fico gebaseerd op 'Slavische solidariteit'.

In juni 2009 nam het parlement een door Fico ingediende taalwet aan, die op 1 september in werking trad. Overheidsorganen werd opgedragen om actief de Slowaakse taal te beschermen. Aan de Hongaarse minderheid werden tegelijkertijd allerlei beperkingen opgelegd. De spanningen tussen etnisch Hongaren en de Slowaakse meerderheid liepen daarmee hoog op. Op politiek niveau ontstond een grote rel toen de Hongaarse president László Sólyom in augustus 2009 geen toestemming kreeg naar Slowakije te reizen. Hij was onderweg naar Komárno om een standbeeld te onthullen van de eerste Hongaarse koning Stefanus I de Heilige, maar werd tegengehouden aan de grens. Premier Fico noemde het voorgenomen bezoek van Sólyom 'een provocatie'. Op de Slowaakse ambassade in de Hongaarse hoofdstad Boedapest werd op 26 augustus 2009 een aanslag gepleegd, waarbij geen gewonden vielen.

In 2010 won zittend premier Fico de parlementsverkiezingen. SMER boekte twaalf zetels winst, maar door de dermate grote terugval van de regeringspartners slaagde Fico er vervolgens niet in een nieuwe coalitie te vormen. Fico trad af op 8 juli 2010 en werd oppositieleider. Zijn opvolger als premier werd de liberaal-conservatieve christendemocraat Iveta Radičová, de eerste vrouw in die functie. Twee jaar later zorgde de val van haar kabinet opnieuw voor presidentsverkiezingen. Hierbij kreeg SMER nog eens 21 zetels erbij, en verwierf met een totaal van 83 zetels een absolute meerderheid in het Slowaakse parlement. Het bezorgde Fico wederom de macht. Bij het formeren van een nieuwe regering probeerde hij aanvankelijk andere partijen, zoals de christendemocratische partijen SDKÚ-DS en KDH, bij het proces te betrekken. Uiteindelijk formeerde hij echter toch een kabinet uitsluitend bestaande uit zijn eigen SMER-partij. Fico startte zijn tweede periode als premier op 4 april 2012.

Bij de presidentsverkiezingen van maart 2014 deed premier Fico een gooi naar het presidentschap van Slowakije. Volgens de peilingen had hij een grote kans om te winnen, terwijl er bij de SMER-partij grote twijfels waren over wie in dat geval het premierschap zou moeten overnemen. Fico won de eerste ronde comfortabel met 28% van de stemmen, tegenover 24% voor de nummer 2, de onafhankelijke Andrej Kiska. In de tweede ronde voerden Fico en Kiska enkele hevige debatten. Kiska kreeg de steun van alle eerder uitgeschakelde kandidaten en wist Fico te verslaan met 59% van de stemmen.

Moord op de onderzoeksjournalist Ján Kuciak

Eind februari 2018 werd de Slowaakse journalist Ján Kuciak samen met zijn vriendin vermoord. Kuciak deed onderzoek naar banden tussen adviseurs van Fico en de Italiaanse maffia. De kritiek op Fico en zijn passieve beleid ten aanzien van corruptie leidden er na de moord toe dat de premier aftrad.[1]

Zie de categorie Robert Fico van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Leden (32): Socialistische Partij Anders (sp.a) · Parti Socialiste (PS) · Bǎlgarska Socialističeska Partija (BSP) · Κίνημα Σοσιαλδημοκρατών (EDEK) · Socialdemokraterne (SD) · Sotsiaaldemokraatlik Erakond (SDE) · Suomen Sosialidemokraattisen Puolue (SDP) · Parti Socialiste (PS) · Sozialdemokratische Partei Deutschlands (SPD) · Panellinio Sokialistiko Kinima (PASOK) · Magyar Szocialista Párt (MSZDP) · Labour Party (PLO) · Partito Socialista Italiano (PSI) · Latvijas Sociāldemokrātiskā Strādnieku Partija (LSDSP) · Lietuvos Socialdemokratu Partija (LSDP) · Letzeburger Socialistesch Arbechterpartei (LSAP) · Partit Laburista (PL) · Partij van de Arbeid (PvdA) · Det Norske Arbeiderpartiet · Sozialdemokratische Partei Österreichs (SPÖ) · Sojusz Lewicy Demokratycznej - Unia Pracy (SLD-UP) · Partido Socialista · Partidul Social Democrat (PSD) · Socialni Demokrati (SD) · SMER - sociálna demokracia · Partido Socialista Obrero Español (PSOE) · Česká Strana Sociálně Demokratická (ČSSD) · Sveriges socialdemokratiska arbetareparti · Labour Party (LP) · Páirtí Sóisialta Daonlathach an Lucht Oibre (SDLP) · Pàrtaidh Làbarach na h-Alba (PLA) · Llafur Cymru (LC)
Partijvoorzitters:Wilhelm Dröscher · Robert Pontillon · Joop den Uyl · Vítor Constâncio · Guy Spitaels · Willy Claes · Rudolf Scharping · Robin Cook · Poul Nyrup Rasmussen
Fractievoorzitters EP:Guy Mollet · Hendrik Fayat · Pierre Lapie · Willi Birkelbach · Käte Strobel · Francis Vals · Georges Spénale · Ludwig Spénale · Ernest Glinne · Rudi Arndt · Jean-Pierre Cot · Pauline Green · Enrique Baron Crespo · Martin Schulz
Fracties EP:Fractie van de Socialisten (S) ('53-'58) · Socialistische Fractie (SOC) ('58-'93) · PES ('93-'09) · Socialisten en Democraten (S&D) ('09)
Voorloper:Confederatie van Socialistische Partijen van de Europese Gemeenschap (CSPEG)
Commissarissen Juncker:Neven Mimica · Corina Crețu · Maroš Šefčovič · Frans Timmermans · Pierre Moscovici · Karmenu Vella · Vytenis Andriukaitis · Federica Mogherini
Leden Europese Raad:Werner Faymann · Helle Thorning-Schmidt · François Hollande · Robert Fico · Matteo Renzi · Joseph Muscat · Zoran Milanović · Stefan Löfven · Bohuslav Sobotka
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.