Maas-Buurtspoorweg

De Maas-Buurtspoorweg (MBS) is een voormalig openbaarvervoerbedrijf dat tussen 1913 en 1944 per tram en vanaf 1923 eveneens per autobus een verbinding onderhield op het traject NijmegenGennepVenlo. Daarnaast werden verschillende kleine lijnen overgenomen zowel bij Nijmegen als bij Venlo. De MBS is in 1949 samen met Vitesse opgegaan in de Zuidooster. Grote delen van het traject worden nu nog bediend door buslijn 83

Maas-Buurtspoorweg
Nijmegen – Venlo
Totale lengte63,5 km
Spoorwijdtemeterspoor 1.000 mm
Aangelegd doorMaas-Buurtspoorweg
Geopend31 mei 1913
Gesloten17 september 1944
Huidige statusopgebroken
Geëlektrificeerdnee
Aantal sporen1
Traject
Legenda
lijn van Arnhem
lijn van Haven- en industrieterrein opgebroken
tramlijn van Neerbosch, tramlijn van Wamel opg.
17,0 Nijmegen
tramlijnen naar Beek & Berg en Dal opgebroken
lijn naar Tilburg
opstelterrein
lijn naar Kleef opgebroken
lijn naar Venlo
Viaduct St Anna
St Anna
Malden
Heumen
grens Gelderland - Limburg
lijn van Venlo naar Nijmegen
Mook
De Plasmolen
Ottersum
Niers
Gennep
lijn van Boxtel naar Wesel opgebroken
Heijen
Afferden
Bergen
Aijen
Well
Wellerlooi
De Hamert
Missiehuis St Paul
Veer naar Broekhuizen
Arcen
Veer naar Lottum
Lomm
Hasselt-Velden
Velden
tramlijn van Helden
tramlijn van Steyl opgebroken
lijn van Eindhoven Centraal
lijn van Nijmegen
DB 2003 van Büderich opgebroken
78,0 Venlo
DB 2510 naar Viersen
lijn naar Maastricht

Geschiedenis

Sinds de aanleg in 1883 van de spoorlijn NijmegenVenlo (Maaslijn) op de westelijke Maasoever wilde men aan de oostkant een goede verbinding tussen Nijmegen en Venlo hebben. In juni 1900 werd hiertoe een verzoek ingediend, maar de eigenaren van een hotel in Plasmolen besloten in 1907 reeds een dienst op te zetten tussen Nijmegen, Plasmolen en Gennep met enkele Londense omnibussen. De rijksweg was in zeer slechte staat en de lijn werd geen groot succes. Met de komst van de MBS in 1913 staakten de hoteleigenaren hun particuliere initiatief.

Op 31 mei 1913 begon de exploitatie van zowel het reizigers- als goederenvervoer. De zes nieuwe locomotieven van Hohenzollern uit Düsseldorf werden vernoemd naar de verschillende halteplaatsen: Nijmegen, Plasmolen, Gennep, Bergen, Arcen en Venlo. Later dat jaar volgden de locs Mook en Velden. De tramlijn werd in de westelijke berm van de rijksweg aangelegd. In Gennep, naast het hoofdkantoor van de NBDS, werd de directie gevestigd. Op enkele tientallen meters van het kantoor kruiste de tramlijn met de spoorlijn Boxtel - Wesel.

Het aantal passagiers van de stoomtram groeide in de eerste jaren, maar de Eerste Wereldoorlog zorgde voor een moeilijke tijd. Autobussen kwamen in deze jaren in opmars.

Vanaf 1923 nam het trambedrijf autobussen in gebruik. In 1930 werd de noodlijdende stoomtramlijn Venlo - Maasbree - Helden (VMH) overgenomen. In 1933 werd ook de stoomtreinlijn Nijmegen – Wamel (van de Stoomtram Maas en Waal) door de MBS geëxploiteerd. Drie jaar later nam het bedrijf o.a. het busbedrijf Van Oosten en Peerenboom over. In 1937 volgde Quick, een jaar later eveneens Groos en in 1939 ook Burgers en Arts.

Het personenvervoer per tram nam sterk af. Ook de concurrentie met het goederenvervoer door de opkomst van de vrachtauto was groot. Doordat er een wildgroei van busondernemingen was, greep de overheid in 1939 in.

Door de opkomst van een nieuwe generatie dieselmotoren kreeg de tram midden jaren dertig als motortram weer bestaansrecht, maar een groot tekort aan dieselolie maakte in de jaren 1940-1945 hieraan een einde. De stoomtram werd weer ingezet, maar het materieel was versleten en duur in gebruik. De dieseltrams werden voorzien van houtgas-generatoren en konden zo weer worden gebruikt. Hoewel de passagiers in toenemende mate gebruik maakten van de tram, zorgde de slechte staat van het materieel voor grote vertragingen.

In het laatste jaar van de oorlog, na de luchtlandingen bij Nijmegen op 17 september 1944, werd de tramlijn door oorlogshandelingen ernstig vernield. Die dag reden ook de laatste trams.

In 1946 werd besloten het trambedrijf niet te hervatten en werd het spoor opgebroken. De stoomlocs werden gesloopt. De motortrams, de laatst overgebleven postbagagewagen (de rest werd motorlocomotief) en de oorspronkelijke MBS-rijtuigen werden verkocht aan de Rotterdamsche Tramweg Maatschappij, waar een deel van dit materieel tot 1966 dienstdeed.

De volledige vloot goederenmaterieel en een grote hoeveelheid rails werden verkocht aan de Zeeuwsch-Vlaamsche Tramweg-Maatschappij.

In 1949 fuseerde de MBS met Vitesse, hieruit kwam het busbedrijf de Zuidooster voort.

Materieeloverzicht

SerieTractieBouwjaar (fabriek)OpmerkingenAfbeelding
Locomotieven
40 - 47Stoom1913 (Hohenzollern)De locomotieven kregen namen van plaatsen die langs de lijn lagen.
40: Nijmegen
41: Plasmolen
42: Gennep
43: Bergen
44: Arcen
45: Venlo
46: Mook
47: Velden
De locomotieven werden in 1945 gesloopt.
13 - 16Stoom1912 (Hohenzollern)Afkomstig van de LTM. Oorspronkelijk aangeschaft door de VMH voor de lijn Venlo - Maasbree in de serie 1 - 4.
De locomotieven hadden van oorsprong de volgende namen:
1: Louis Regout
2: Frans Goossens
3: Helden
4: Maasbree. De locomotieven werden in 1935 buiten dienst gesteld en met uitzondering van locomotief 14 gesloopt. De 14 diende nog enkele jaren als verwarmingsketel in de werkplaats van Gennep.
17Stoom1898 (Hohenzollern)Afkomstig van de LTM. Daarvoor aangeschaft door de VMH voor de lijn Venlo - Maasbree ials nummer 5. In oorsprong besteld door de Dampfstrassenbahn Bonn-Godesberg-Mehlem (nummer 1 met naam 'Roswindis'). Nadat de lijn omgespoord werd tot normaalspoor (en nu nog steeds deel uitmaakt van de Stadtbahn van Bonn) kwam de locomotief terecht in Zeeuws-Vlaanderen. Daar diende de locomotief als werkloc ten behoeve van de aanleg van de lijnen van de ZVTM. In 1917 kwam de locomotief terecht bij de VMH, LTM en later MBS. In 1935 werd zij buiten dienst gesteld en twee jaar later gesloopt.
DI-DIIIDiesel1934, 1935Voormalige goederenwagons met postruimte die in de jaren 30 werden verbouwd tot motorrijtuigen. Samen met van stuurstand voorziene personenrijtuigen (AB 12, AB 13 en AB14) ontstonden treinstelcombinaties die ten opzichte van stoomtractie eenvoudiger waren in exploitatie. (DI=106, DIII=104)
DIV-DVDiesel1937, 1938Voormalige goederenwagons met postruimte die in de jaren 30 werden verbouwd tot motorrijtuigen. (DIV=103, DV=102). De 103 werd na einde van de tramlijn verkocht aan de RTM in 1946 als M68. Locomotief DV werd ook verkocht aan de RTM maar brandde in 1951 grotendeels af. Het kwam daarna in dienst met een vernieuwde bovenbouw als MD 1805 en is als zodanig bewaard gebleven.
Personenrijtuigen
AB 1 - 101913, 1914 (Allan)8 rijtuigen met twee klassen en gesloten balkons. In 1914 volgden nog eens twee rijtuigen. Er waren 12 zitplaatsen 1e klasse en 24 zitplaatsen 2e klasse.

Rijtuig AB 4 werd verkocht aan de RTM waar het in dienst kwam als AB 414. In 1963 kwam het terecht bij de Tramweg Stichting. In 2010 is een restauratie gestart.
Rijtuig AB 6 werd verkocht aan de RTM waar het in dienst kwam als AB 417. In 1963 kwam het terecht bij de [[Het Spoorwegmuseum]. In 2010 is een restauratie gestart.
Rijtuig AB 10 werd na einde exploitatie verkocht aan de RTM. Na een aanrijding in 1949 werd het onderstel vervolgens gebruikt om een nieuwe rijtuigbak te bouwen (BPD 1631). Het rijtuig kwam na opheffing van de RTM terecht bij de Museumstichting RTM, maar werd daar gebruikt als platte wagen. In 2010 eindigde de restauratie waarna het weer in gebruik is als museumrijtuig 1631.

AB 11 - 141916 (Allan)
AB 21 - 241912 (Beijnes)Aangeschaft door de VMH en hebben door een afwijkend remsysteem ook altijd dienstgedaan op de tramlijn naar Beringen. Afgevoerd werden de rijtuigen in 1937.
AB 25 - 261913 (Beijnes)Aangeschaft door de VMH en hebben door een afwijkend remsysteem ook altijd dienstgedaan op de tramlijn naar Beringen. Afgevoerd werden de rijtuigen in 1937.
Goederenwagons
LE/EL 101 - 104(Allan)Gesloten goederenwagons. De 102, 103 en 104 werden in de jaren 30 verbouwd tot dieselmotorwagens. Rijtuig werd in eerste instantie nooit verbouwd tot motorrijtuig. Mogelijk zijn onderdelen van de 101 gebruikt bij de bouw van motorwagen 67 van de RTM. Die diende als vervanging van de in 1947 afgebrande M68, die afkomstig was als 103 van de MBS.
LE/EL 105 - 1061916, (Allan)Gesloten goederenwagons. In de jaren 30 verbouwd tot dieselmotorwagens DI en DII.
201 - 210(Allan)Gesloten goederenwagons. Rijtuig 208 werd net als zijn seriegenoten na ophef van het trambedrijf verkocht aan de ZVTM waar het in dienst kwam als D208. Uiteindelijk diende het als een schuurtje in Pyramide (Sluis) waarna het werd verkocht aan de SHM
211 - 220(Allan)Gesloten goederenwagons.
251 - 2531896 (Métallurgiques)Gesloten goederenwagons, aangeschaft in 1924 en afkomstig van de tramlijn Haarlem - Alkmaar waar deze in dienst waren als C 57 - 59, daarvoor E 1 - 3.
301 - 330(Allan)Open goederenwagons.
331 - 3421924 (Allan)Open goederenwagons.
401 - 404(Allan)Open platte wagens.
501 - 5141896 (Both & Tilmann)Open goederenwagons, aangeschaft in 1913 na omsporing van de Köln-Frechen-Benzelrather Eisenbahn.
551 - 5521896 (Métallurgiques)Open goederenwagons, aangeschaft in 1924 en afkomstig van de tramlijn Haarlem - Alkmaar waar deze in dienst waren als C 151 - 152, daarvoor G 1 - 2.
601 - 6051893 (Both & Tilmann)Gesloten goederenwagons, aangeschaft in 1913 na omsporing van de Köln-Frechen-Benzelrather Eisenbahn.
701 - 7051893 (Herbrand & Co)Open goederenwagons.

Bezit 1928

In 1928 bezat de MBS:

Verloop van de tramlijn

Hoofdtraject van de MBS.
Locomotief van de tram Maas-Buurtspoorlijn op weg naar Velden.

De tramlijn begon ongeveer tegenover de zuidelijke vleugel van het station in Nijmegen. Daarna liep de tramlijn evenwijdig aan de spoorlijn Nijmegen – Venlo richting zuiden (over de Diemerbroekstraat en Dr. Jan Berendsstraat) onder het viaduct met de Graafseweg door. Ter hoogte van de Jan van Galenstraat boog de tramlijn naar rechts af, stak de St. Annastraat over en ging toen over een viaduct (net ten zuiden van het wegviaduct) over de spoorlijn Nijmegen-Venlo/Kleve).

Vanaf hier verliep de lijn over de Rijksweg en ging door onder andere de dorpen Mook, Gennep, Heijen, Afferden, Heukelom, Arcen en Venlo.

Vlak voor Mook verliep de tramlijn onder een viaduct met de spoorlijn Nijmegen - Venlo. Er waren twee grotere bruggen. Vlak voor Gennep was er een brug over de Niers en tussen Well en Arcen een brug over het Gelderns-Nierskanaal.

Bij de nadering van Venlo verliet de tramlijn weer de Rijksweg. Om de sterke helling van de Hakkenberg te vermijden liep zij over een lengte van 450 meter van de Rijksweg af. Voorbij het kruispunt met de Veldenseweg en Straelseweg volgde de lijn de toenmalige Moerdijkstraat, Goltziusstraat, toenmalige Hamburgersingel om vervolgens de inmiddels verdwenen spoorlijn naar Straelen en Wesel van de Köln-Mindener Eisenbahn-Gesellschaft te kruisen. Het eindpunt lag tegenover het station Venlo.

De totale lengte van de tramlijn bedroeg 63,5 kilometer waarvan ruim 9 kilometer in de provincie Gelderland. De spoorwijdte was 1.000 mm (meterspoor).

Museumvoertuigen

Motorwagen M67 (ex-Maas-Buurtspoorweg) van de Rotterdamsche Tramweg Maatschappij aan de Rosestraat in Rotterdam; 1965.

Een van de in de jaren dertig uit een postbagagewagen verbouwde motortrams van de MBS uit 1913, die in 1946 aan de RTM was verkocht, keerde in 1966 terug in Gennep, bij de Page-fabriek. Vervolgens ging de tram in 1967 naar het Nederlands Spoorwegmuseum, dat het rijtuig in Utrecht tentoonstelde. Sinds 1991 is het in langdurige bruikleen gegeven aan de Stichting voorheen RTM te Ouddorp en is sinds 2003 eigendom van deze stichting. Sinds eind 2009 is deze loc weer in rijvaardige staat te bewonderen.

Deze loc is echter niet een volledig originele MBS-locomotief. De voormalige D IV van de MBS kwam bij de RTM als M 68 kort na de oorlog weer in dienst, doch brandde snel daarna volledig uit. Op basis van het frame werd, met gebruikmaking van delen van een bagagewagen, de loc naar analogie van het origineel, maar niet identiek, weer opgebouwd en nu genummerd M 67.

Verder bestaat nog de geheel gemoderniseerde RTM-locomotief MD 1805, opgebouwd uit onderdelen van een MBS-locomotief met een moderne opbouw. Deze locomotief is eveneens in Ouddorp actief. Eveneens te bezichtigen in Ouddorp is het RTM-rijtuig BPD 1631 dat werd gebouwd op basis van een ex-MBS-stoomtramrijtuig.

Daarnaast bestaan er ook nog twee originele houten rijtuigen van de MBS, zij het in RTM-uitvoering. Allereerst de AB 417, die in 1963 door de Rotterdamsche Tramweg Maatschappij aan het Nederlands Spoorwegmuseum werd geschonken, en sinds enkele jaren bij het museum in Ouddorp aanwezig is. Dit rijtuig is sinds 2013 weer in dienst in Ouddorp.

Bij de opheffing van de laatste RTM-lijnen was o.a. ook nog het rijtuig AB 414 aanwezig, dat in 1965 door de Tramweg-Stichting werd aangekocht. Vanwege de geringe stijfheid van de bak en andere gebreken werd de bak gedemonteerd. Het rijtuig werd een platte wagen, de bak werd in onderdelen opgeslagen.

Na een afronding van een vijf jaar durende restauratie werd rijtuig AB 414 op 30 september 2017 in dienst gesteld. Samen met de motorlocomotief M 67 en rijtuig AB 417 wordt hiermee een 'Limburgs tramstel' gevormd, bestaande uit in 1946 door de RTM van de Maas-Buurtspoorweg overgenomen materieel wat tot 1944 had gereden op de tramlijn Nijmegen – Venlo.

Goederenwagen 208 is (per dec. 2006) aanwezig bij de Museumstoomtram Hoorn - Medemblik (niet bedrijfsvaardig).

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.