zuid
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zuid (hulp, bestand)
- IPA: / zœyt /
- (Noord-Nederland): /zœʏ̯t/
- (Vlaanderen, Brabant): /zœːt/
- (Limburg): /zœːd/
Woordafbreking
- zuid
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘windstreek’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 918 [1]
- Wellicht verwant met zon. De betekenis is in dat geval eigenlijk: het gebied van de zon.
Bijwoord
zuid
- (windstreek) in de richting van de pool die op Antarctica ligt
- De wind draaide van oost naar zuid.
Afgeleide begrippen
standaardafleidingen: • Zuid • zuidelijk • zuiden • Zuiden • zuider (zuidenwind)
|
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord zuid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zuid' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.