zuid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zuid    (hulp, bestand)
  • IPA: /zœyt/
    • (Noord-Nederland): /zœʏ̯t/
    • (Vlaanderen, Brabant): /zœːt/
    • (Limburg): /zœːd/
Woordafbreking
  • zuid
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘windstreek’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 918 [1]
  • Wellicht verwant met zon. De betekenis is in dat geval eigenlijk: het gebied van de zon.

Bijwoord

zuid

  1. (windstreek) in de richting van de pool die op Antarctica ligt
    • De wind draaide van oost naar zuid. 
Antoniemen
Afgeleide begrippen

standaardafleidingen:ZuidzuidelijkzuidenZuidenzuider (zuidenwind)

Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord zuid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.