zuidwester
Nederlands
Woordafbreking
- zuid·wes·ter
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘breedgerande hoed’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1673 [1]
- samenstelling van zuid en wester , Afgeleid van de wind/storm uit het zuidwesten [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zuidwester | zuidwesters |
verkleinwoord | zuidwestertje | zuidwestertjes |
Zelfstandig naamwoord
zuidwester m
- een bij regen- en stormweer gedragen hoofddeksel bij zeelieden
Afgeleide begrippen
- zuidwesterstorm
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord zuidwester staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zuidwester' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
81 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.