zuider

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zuider    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈzœʏdər/
Woordafbreking
  • zui·der
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

zuider

  1. (verouderd) in het zuiden gelegen
  2. geeft als eerste lid in samenstellingen aan dat het door het tweede lid genoemde zuidelijk ligt of daarvandaan komt
Synoniemen
Antoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'zuider' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.