noord

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  noord    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ˈno̝ːrt/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈnoːrt/
    • (Limburg): /ˈnoːrd/, /ˈnoːr/
Woordafbreking
  • noord
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘windstreek’ voor het eerst aangetroffen in 790 [1]
  • Mogelijk van Proto-Indo-Europees *ner- (links). Dit omdat het noorden links ligt, wanneer men naar de opgaande zon kijkt. Mogelijk ook van niet-Indo-Europese herkomst.

Bijwoord

noord

  1. (windstreek) in de richting van de pool die in de Noordelijke IJszee gelegen is
    • De wind draaide van noord naar west. 
Gelijkklinkende woorden
Antoniemen
Afgeleide begrippen

standaardafleidingen:NoordnoordelijknoordenNoordennoorder (noordenwind)

Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord noord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Afrikaans

Uitspraak
  • geluid 

Bijwoord

noord

  1. (windstreek) noord
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.