zuidpool

Niet te verwarren met: Zuidpool
Rechterhandregel, de duim wijst van de zuidpool af.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zuid·pool
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zuidpool zuidpolen
verkleinwoord zuidpooltje zuidpooltjes

Zelfstandig naamwoord

zuidpool v/m

  1. (aardrijkskunde) het uiteinde van de aardas op 90 graden zuiderbreedte
    • Een kompasnaald wijst met z'n zuidpool naar de magnetische noordpool van de aarde. 
  1. (natuurkunde), (techniek) het punt van een magneet waar de veldlijnen naar binnen gaan
    • Iedere magneet heeft een noord en een zuidpool. 
  1. (natuurkunde), (techniek) het andere uiteinde van de as van een omwentelingslichaam, of van een elektrische geleider, dat door het hulpmiddel van de zg. “rechterhandregel” als noordpool wordt aangewezen
    • De magnetische zuidpool van de aarde valt niet precies samen met de geografische. 
Antoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord zuidpool staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.