zuidelijk
Nederlands
Woordafbreking
- zui·de·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | zuidelijk | zuidelijker | zuidelijkst |
verbogen | zuidelijke | zuidelijkere | zuidelijkste |
partitief | zuidelijks | zuidelijkers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
zuidelijk
- wat betreft het zuiden, in het zuiden gelegen
- Bonaire is nu de zuidelijkste gemeente van Nederland.
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord zuidelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zuidelijk' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Werkwoord
vervoeging van |
---|
zuidelijken |
zuidelijk
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zuidelijken
- Ik zuidelijk.
- gebiedende wijs van zuidelijken
- Zuidelijk!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zuidelijken
- Zuidelijk je?
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.