zonde

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zon·de
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘overtreding’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 901 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord zonde zonden
zondes
verkleinwoord zondetje zondetjes

Zelfstandig naamwoord

zonde v/m

  1. (religie) een overtreding van een goddelijke wet of regel
  2. jammer, iets dat te betreuren is
    • Dat is zonde van zo'n mooie dag. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
zonnen

zonde

  1. enkelvoud verleden tijd van zonnen
    • Ik zonde. 
    • Jij zonde. 
    • Hij, zij, het zonde. 

Gangbaarheid

  • Het woord zonde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.