zondvloed
Nederlands
Woordafbreking
- zond·vloed
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘grote vloed’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1562 [1]
- samenstelling van zonde en vloed
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zondvloed | zondvloeden |
verkleinwoord | zondvloedje | zondvloedjes |
Spreekwoorden
- Na mij de zondvloed.
- Dat is een probleem dat zich pas voordoet als ik er niet meer ben - het zal mijn tijd wel duren.
Vertalingen
1. een catostrofale Bijbelse vloed
Gangbaarheid
- Het woord zondvloed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zondvloed' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.