zona

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zo·na
enkelvoud meervoud
naamwoord zona -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

zona v / m [1]

  1. (medisch) (België) gordelroos (herpes zoster)

Gangbaarheid

  • Het woord zona staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
9 %van de Nederlanders;
79 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

Latijn

Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Oudgrieks.

Zelfstandig naamwoord

zōna v

  1. gordel (van mannen, waarin geld werd bewaard)
  2. (poëtisch) gordel (van vrouwen, waarmee het onderkleed werd vastgehouden (symbool van de maagdelijkheid))
  3. (poëtisch) gordel (van Orion (sterrenbeeld))
  4. (poëtisch), (post-klassiek) zone
Afgeleide begrippen
Verbuiging


Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • zo·na
enkelvoud meervoud
zona zonas

Zelfstandig naamwoord

zona v

  1. zone, gebied, sector
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.