zede

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ze·de
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘gewoonte’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 901 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord zede zeden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

zede v/m

  1. een van de verzameling gebruiken en normen die een bepaalde groep mensen als juist en wenselijk aanvaardt, vaak op seksueel gebied
    • Dat is hier de zede niet. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord zede staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
90 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.