zedeloos
Nederlands
Woordafbreking
- ze·de·loos
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | zedeloos | zedelozer | zedeloost |
verbogen | zedeloze | zedelozere | zedelooste |
partitief | zedeloos | zedelozers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
zedeloos
- zonder normen en waarden met name wat betreft de seksualiteit
- Het is daar een zedeloze bende.
Gangbaarheid
- Het woord zedeloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zedeloos' herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.