zedenprediker

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ze·den·pre·di·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zedenprediker zedenpredikers
verkleinwoord zedenpredikertje zedenpredikertjes

Zelfstandig naamwoord

zedenprediker m

  1. iemand die regelmatig/voortdurend zegt wat wel en niet zou mogen op zedelijk gebied.
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord zedenprediker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.