zedendelict
Nederlands
Woordafbreking
- ze·den·de·lict
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zede en delict met het invoegsel -n-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zedendelict | zedendelicten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
zedendelict o
- (juridisch) een vergrijp tegen de zedenwetgeving
- Hij werd in Zweden aangeklaagd voor een zedendelict.
Gangbaarheid
- Het woord zedendelict staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.