zedenpleger

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ze·den·ple·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zedenpleger zedenplegers
verkleinwoord zedenplegertje zedenplegertjes

Zelfstandig naamwoord

zedenpleger m

  1. (juridisch) iemand die een zedendelict heeft gepleegd

Gangbaarheid

  • Het woord 'zedenpleger' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.