zedenles

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ze·den·les
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zedenles zedenlessen
verkleinwoord zedenlesje zedenlesjes

Zelfstandig naamwoord

zedenles v/m

  1. een verhaal, preek , redevoering e.d. die beoogt het publiek zedelijkheid bij te brengen
    • Ik ben die zedenlessen van haar mee dan beu. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord zedenles staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
87 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.