zadelpaard

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • za·del·paard
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zadelpaard zadelpaarden
verkleinwoord zadelpaardje zadelpaardjes

Zelfstandig naamwoord

zadelpaard o

  1. (paardrijden) een paard dat geschikt is met een zadel bereden te worden
    • Een tuig- of trekpaard heeft rechtere schouders dan een zadelpaard. 
Synoniemen
Antoniemen
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord zadelpaard staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.