paardrijden

Paardrijden.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • paard·rij·den
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
paardrijden
reed paard
paardgereden
klasse 1 volledig

Werkwoord

paardrijden

  1. (paardrijden) zich, zittend op de rug van een paard, verplaatsen
    • Voordat ze ging paardrijden, zadelde ze het paard op. 
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
  • paardrijder, paardrijdster, paardrijkunst, paardrijtocht
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord paardrijden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.