manege
Nederlands
Woordafbreking
- ma·ne·ge
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘paardrijschool’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1760 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | manege | maneges |
verkleinwoord | manegetje | manegetjes |
Zelfstandig naamwoord
manege v/m
- een bedrijf waar paarden worden gehouden en waar rijlessen worden gegeven
- Deze manege werd gerund door vrijwilligers.
Gangbaarheid
- Het woord manege staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'manege' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.