welzijn
Nederlands
Woordafbreking
- wel·zijn
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van wel bw en zijn ww [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | welzijn | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
welzijn o
- (economie) wanneer een individu of maatschappij zich in een goede toestand bevindt op het gebied van gezondheid, geluk en/of voorspoed
- In België is er een veel groter sociaal welzijn dan in Zuid-Amerika.
Hyponiemen
- dierenwelzijn, dierwelzijn, kinderwelzijn
Afgeleide begrippen
- welzijnsdenken, welzijnssector, welzijnsvast, welzijnsvoorziening, welzijnswerk, welzijnswerker, welzijnswet, welzijnszorg
Vertalingen
1. wanneer een individu of maatschappij zich in een goede toestand bevindt ...
Gangbaarheid
- Het woord welzijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'welzijn' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.