welzijnswerker

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
  • wel·zijns·wer·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord welzijnswerker welzijnswerkers
verkleinwoord welzijnswerkertje welzijnswerkertjes

Zelfstandig naamwoord

welzijnswerker m

  1. (beroep) iemand die in de welzijnszorg werkt
Verwante begrippen
  • welzijnswerkster

Gangbaarheid
  • Het woord welzijnswerker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.