verdict
Nederlands
Woordafbreking
- ver·dict
Zelfstandig naamwoord
verdict o
- definitief oordeel
- Het objectieve verdict van de onderwijzer zal stellig betrouwbaarder zijn dan de subjectieve zekerheid van de prille ‘lezer’. [3]
- (juridisch) uitspraak van een jury of rechter
- Voor de krijgsraad van Rijsel vond in december 1946 het proces plaats tegen vooraanstaande leden van het Vlaams Verbond van Frankrijk (1923-1944) dat zich gecompromitteerd had met de bezetter. Na bewogen debatten waarin de leider van het verbond, Jean-Marie Gantois (1904-1968), zich met verve had verdedigd, viel het verdict. De vereniging werd ontbonden en haar goederen verbeurd verklaard. [4]
Gangbaarheid
- Het woord verdict staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'verdict' herkend door:
80 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- verdict op website: Etymologiebank.nl
- Martelaere, P. de Een verlangen naar ontroostbaarheid. Over leven, kunst en dood. (1993) Meulenhoff, Amsterdam / Kritak, Leuven; ISBN 90 290 4494 2; p. 25; geraadpleegd 2018-06-20
- Devoldere, L. "Een uitgestoken hand 50 jaar ‘Komitee voor Frans-Vlaanderen’" in: De Franse Nederlanden / Les Pays-Bas Français. jrg. 23 (1998) Stichting Ons Erfdeel, Rekkem; ISBN 90-75862-27-X; p. 65; geraadpleegd 2018-06-20
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.