vonk
![](../I/m/Schmiedefeuer_2.jpg)
Een vonkenregen in de smidse
Nederlands
Woordafbreking
- vonk
Zelfstandig naamwoord
vonk v/m
- klein rondvliegend gloeiend korreltje of brokstukje
- Hij rakelde het vuur op en de vonken vlogen in het rond.
- (natuurkunde) een vurige elektrische ontlading die de lucht ioniseert
- De isolatie was doorgesleten en er sprong een vonk over.
- (scheepvaart), (verouderd) oude bijnaam voor een radiotelegrafist
- De vonk heeft zijn bijnaam te danken aan z'n werk met de antieke "vonkenzenders.".
Synoniemen
- [3] draad, vonkenboer
Afgeleide begrippen
- vonken, vonkenkamer, vonkenregen (1), vonkenvanger (1), vonkerosie, vonkhout, vonkinductor, vonkvrij
Verwante begrippen
- [1] aansteker, bougie, explosie, gasaansteker, houtvuur, ontbranding, slijpsteen, smederij, vlam, vuur, vuurwerk
- [3] bericht, contact, communicatie, marconist, noodsignaal, radiohut, radio-officier, radiotelegrafist, radiozender, telegrafie, telegram, weerbericht
Uitdrukkingen en gezegden
- een overslaande vonk
een emotie die ineens ook bij anderen ontvlamt
- de vonken slaan/vliegen ervanaf
gezegd van iemand die keihard aan het werk is
Vertalingen
1. een gloeiend korreltje of brokstukje
Gangbaarheid
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vonken |
vonk
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vonken
- Ik vonk.
- gebiedende wijs van vonken
- Vonk!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vonken
- Vonk je?
- Het woord vonk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vonk' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.