bougie

Nederlands

bougie
Uitspraak
Woordafbreking
  • bou·gie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vonkbrug’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1917 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord bougie bougies
verkleinwoord bougietje bougietjes

Zelfstandig naamwoord

bougie v

  1. het onderdeel van een verbrandingsmotor dat door een vonk het mengsel van brandstofdamp en lucht in de cilinder tot ontploffing brengt
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bougie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.