bougie
Nederlands
![](../I/m/Bougie_fr.jpg)
bougie
Woordafbreking
- bou·gie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vonkbrug’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1917 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bougie | bougies |
verkleinwoord | bougietje | bougietjes |
Zelfstandig naamwoord
bougie v
- het onderdeel van een verbrandingsmotor dat door een vonk het mengsel van brandstofdamp en lucht in de cilinder tot ontploffing brengt
Vertalingen
1. het onderdeel van een verbrandingsmotor dat door een vonk het mengsel van brandstofdamp en lucht in de cylinder tot ontploffing brengt
Gangbaarheid
- Het woord bougie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bougie' herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.