verhevenheid
Nederlands
[2] De verhevenheid der kunst boven de nood des tijds
Woordafbreking
- ver·he·ven·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verhevenheid | verhevenheden |
verkleinwoord | verhevenheidje | verhevenheidjes |
Zelfstandig naamwoord
verhevenheid v [1]
- plaats die uitsteekt boven de omgeving
- (figuurlijk) het verheven zijn (boven het gewone, aardse volk)
- Marius Lut (1976) ironiseert de verhevenheid van de abstractie door het schilderij binnenstebuiten te keren. Een jas hangt over een spieraam, zwarte wolken verf bedekken een spiegelende ondergrond.[2]
Synoniemen
- [1] zwelling, hoogvlakte, knobbel, verhoging
- [2] deftigheid, statigheid, vormelijkheid, grootheid, waardigheid, heiligheid, edelheid
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord verhevenheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC Janneke Wesseling 19 september 2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.