verhoging

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verhoging    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /vər.ˈɦo.χɪŋ/
    • (Vlaanderen, Brabant): /vər.ˈɦo.ɣɪŋ/
    • (Limburg): /vɛr.ˈho.ɣɪŋ/
Woordafbreking
  • ver·ho·ging
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van verhogen met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud meervoud
naamwoord verhoging verhogingen
verkleinwoord verhoginkje verhoginkjes

Zelfstandig naamwoord

verhoging v

  1. een plaats die hoger aangelegd is dan zijn omgeving
    • De rechter zat op een verhoging. 
  1. het hoger maken van een prijs
    • De verhoging van de benzineprijzen hangt onder andere samen met het uitblijven van investeringen in raffinaderijen. 
  1. een verhoogde lichaamstemperatuur
    • Hij had een lichte verhoging ten gevolge van een griepje. 
Hyponiemen
  • adviesverhoging, drempelverhoging, kapitaalverhoging, kookpuntsverhoging, loonsverhoging, prijsverhoging, renteverhoging, salarisverhoging, tariefverhoging
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord verhoging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.