verhoging
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verhoging (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /vər.ˈɦo.χɪŋ/
- (Vlaanderen, Brabant): /vər.ˈɦo.ɣɪŋ/
- (Limburg): /vɛr.ˈho.ɣɪŋ/
Woordafbreking
- ver·ho·ging
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verhoging | verhogingen |
verkleinwoord | verhoginkje | verhoginkjes |
Zelfstandig naamwoord
verhoging v
- een plaats die hoger aangelegd is dan zijn omgeving
- De rechter zat op een verhoging.
- het hoger maken van een prijs
- De verhoging van de benzineprijzen hangt onder andere samen met het uitblijven van investeringen in raffinaderijen.
- een verhoogde lichaamstemperatuur
- Hij had een lichte verhoging ten gevolge van een griepje.
Hyponiemen
- adviesverhoging, drempelverhoging, kapitaalverhoging, kookpuntsverhoging, loonsverhoging, prijsverhoging, renteverhoging, salarisverhoging, tariefverhoging
Vertalingen
1. een plaats die hoger aangelegd is dan zijn omgeving
2. het hoger maken van een prijs
Gangbaarheid
- Het woord verhoging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'verhoging' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.