grootheid
Nederlands
Woordafbreking
- groot·heid
Zelfstandig naamwoord
grootheid v
- (wiskunde) zaak in zoverre die voor vermeerdering en vermindering vatbaar is, iets meetbaars en/of kwantificeerbaars
- belangrijk personage
Hyponiemen
- [1] extensieve grootheid, handelsgrootheid, hoegrootheid, intensieve grootheid, wortelgrootheid
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
- [1] grootte, hoeveelheid, kwantiteit, sterkte, eenheid, geldhoeveelheid, grootteorde,
Vertalingen
1. zaak in zoverre die voor vermeerdering en vermindering vatbaar is, iets meetbaars en/of kwantificeerbaars
Gangbaarheid
- Het woord grootheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'grootheid' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.