uroloog
Nederlands
Woordafbreking
- uro·loog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | uroloog | urologen |
verkleinwoord | uroloogje | uroloogjes |
Zelfstandig naamwoord
uroloog m
- (beroep) een specialist in de geneeskunde die zich bezighoudt met de urinewegen bij de man en de vrouw, en de geslachtsorganen van de man
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord uroloog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'uroloog' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.