treffen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  treffen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈtrɛfə(n)/
Woordafbreking
  • tref·fen
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘raken’ voor het eerst aangetroffen in 1409 [1] [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
treffen
trof
getroffen
klasse 3 volledig

Werkwoord

treffen

  1. overgankelijk raak schieten
  2. wederkerig bij elkaar komen
    • Wij troffen elkaar in het restaurant. 
  1. inergatief goed uitkomen
    • Dat treft! 
Synoniemen
Antoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • een schikking treffen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord treffen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.