trefzeker

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tref·ze·ker
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen trefzekertrefzekerdertrefzekerst
verbogen trefzekeretrefzekerderetrefzekerste
partitief trefzekerstrefzekerders-

Bijvoeglijk naamwoord

trefzeker [1]

  1. goed het doel kunnende treffen
  2. het juiste (woord) wetende te kiezen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
  • trefzekerheid
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord trefzeker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.