ontmoeten
Nederlands
Woordafbreking
- ont·moe·ten
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘toevallig tegenkomen’ voor het eerst aangetroffen in 1265 [1]
- afgeleid van moeten met het voorvoegsel ont- [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ontmoeten |
ontmoette |
ontmoet |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
ontmoeten
- overgankelijk met iemand kennismaken en een gesprek voeren
- Hij wilde graag het leuke meisje ontmoeten, maar durfde haar niet op te bellen.
Vertalingen
1. met iemand kennismaken en een gesprek voeren
Gangbaarheid
- Het woord ontmoeten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ontmoeten' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.