stoken
Nederlands
Woordafbreking
- sto·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
stoken |
stookte |
gestookt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
stoken
- overgankelijk brandstof aan het vuur toevoegen
- Hij stookt voornamelijk zware olie.
- inergatief trachten onrust of onenigheid te veroorzaken
- De oppositie zit natuurlijk weer heerlijk te stoken.
- distilleren
Verwante begrippen
Hyponiemen
- aanstoken, afstoken, bestoken, doorstoken, droogstoken, opstoken, verstoken
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord stoken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'stoken' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.