verstoken

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·sto·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verstoken
verstookte
verstookt
zwak -t volledig

Werkwoord

verstoken [1]

  1. overgankelijk verbruiken door te stoken
Afgeleide begrippen
  • verstoking
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
versteken

verstoken

  1. voltooid deelwoord van versteken
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘zonder’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1750 [2] [3]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen verstokenverstokenerverstokenst
verbogen verstokenste
partitief verstokensverstokeners-

Bijvoeglijk naamwoord

verstoken [4]

  1. ~ zijn van iets: ontberen
    • Door de enorme verkeersproblemen was het ziekenhuis verstoken van een aantal belangrijke toeleveringen. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord verstoken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.