staf

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  staf    (hulp, bestand)
  • IPA: /stɑf/
Woordafbreking
  • staf
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘leidinggevend personeel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1766 [1]
  • In de betekenis van ‘stok’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1110 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord staf staven
verkleinwoord staafje
stafje
staafjes
stafjes

Zelfstandig naamwoord

[A] staf m

  1. een stok bedoeld voor ondersteuning of onderscheiding van een persoon
    • Mozes sloeg de steen met zijn staf. 
  1. (bedrijfskunde) leidinggevend personeel
Opmerkingen
  • Betekenis 2 is door middel van beeldspraak van betekenis 1 afgeleid.
  • Alleen in betekenis 1 heeft het woord een meervoud en verkleinde vormen.
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord staf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

  • Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.