staf
Nederlands
Woordafbreking
- staf
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘leidinggevend personeel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1766 [1]
- In de betekenis van ‘stok’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1110 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | staf | staven |
verkleinwoord | staafje stafje |
staafjes stafjes |
Zelfstandig naamwoord
[A] staf m
- een stok bedoeld voor ondersteuning of onderscheiding van een persoon
- Mozes sloeg de steen met zijn staf.
- (bedrijfskunde) leidinggevend personeel
Opmerkingen
- Betekenis 2 is door middel van beeldspraak van betekenis 1 afgeleid.
- Alleen in betekenis 1 heeft het woord een meervoud en verkleinde vormen.
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1. een stok bedoeld voor ondersteuning of onderscheiding van een persoon
Gangbaarheid
- Het woord staf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'staf' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.