staven

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sta·ven
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘bevestigen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1661 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
staven
staafde
gestaafd
zwak -d volledig

Werkwoord

staven

  1. overgankelijk aantonen, bevestigen, ondersteunen
    • Hij kan zijn bewering met cijfers staven. 
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • iets met bewijzen staven
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

staven mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord staaf
  2. meervoud van het zelfstandig naamwoord staf

Gangbaarheid

  • Het woord staven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Vlax Romani

Zelfstandig naamwoord

staven

  1. water
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.