stafdrager
Nederlands
Woordafbreking
- staf·dra·ger
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van staf zn en drager zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stafdrager | sterallures |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
stafdrager m [1]
- iemand die bij plechtigheden een staf draagt zoals de pedel bij academische plechtigheden
- De functie was omgeven door ritueel (een stoet met vier stafdragers, een roodfluwelen gewaad, een goudgerande "mortier"-hoed met parels) en had een aura van belangrijkheid - voorrang op de hertogen en grootofficieren, en werd als Monseigneur aangesproken door de staatssecretarissen en parlementsleden. Zo zat de kanselier vóór de koning in het Parlement tijdens de "Lits de Justice", en las de wil van de koning voor. Zelden werd evenwel iemand van politieke betekenis benoemd. [2]
- belangrijk dichter
Gangbaarheid
- Het woord stafdrager staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'stafdrager' herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Wikipedia geraadpleegd 1 november 2018 Kanselier van Frankrijk
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.