slaapkamer
![](../I/m/Bedroom_Mitcham.jpg)
Een slaapkamer.
Nederlands
Woordafbreking
- slaap·ka·mer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van slaap ww en kamer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | slaapkamer | slaapkamers |
verkleinwoord | slaapkamertje | slaapkamertjes |
Zelfstandig naamwoord
slaapkamer v/m
- (bouwkunde) een kamer die gebruikt wordt om in te slapen
- Ze moesten op de bank slapen omdat de slaapkamer verbouwd werd.
Hyponiemen
- uitslaapkamer, zit-slaapkamer
Vertalingen
1. een kamer die gebruikt wordt om in te slapen
|
|
Gangbaarheid
- Het woord slaapkamer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'slaapkamer' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.