zit-slaapkamer
Nederlands
Woordafbreking
- zit-slaap·ka·mer
Woordherkomst en -opbouw
- (samenkoppeling) van zit, slaap, samengesteld met kamer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zit-slaapkamer | zit-slaapkamers |
verkleinwoord | zit-slaapkamertje | zit-slaapkamertjes |
Zelfstandig naamwoord
zit-slaapkamer v/m
- een vertrek dat zowel als zitkamer als als slaapkamer dienstdoet
- Ik vind zo'n zit-slaapkamer maar niks.
Gangbaarheid
- Het woord 'zit-slaapkamer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.