scanner

[1] Beeldscanner
[2] Barcodescanner
[3] Radioscanner
[4] Medische scanner
[5] Microchip-scanner

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • scan·ner
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘optisch apparaat dat beeld e.d. aftast’ voor het eerst aangetroffen in 1961 [1]
  • Leenwoord uit het Engels.
  • Naamwoord van handeling van scannen met het achtervoegsel -er [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord scanner scanners
verkleinwoord scannertje scannertjes

Zelfstandig naamwoord

scanner m

  1. (informatica), (optica) een elektronisch apparaat waarmee op papier gedrukte tekst of afbeeldingen worden omgezet in digitale bestanden voor een computer
    • Ik heb een scanner gekocht waarmee ik dia's en foto's kan digitaliseren. 
  1. (informatica), (economie) een (rand-) apparaat om barcodes mee te lezen
    • Naast de ingebouwde scanners heeft elke kassa ook nog een losse handscanner beschikbaar. 
  1. (elektronica) een radiocommunicatie-ontvanger (mobilofoon, portofoon e.d.) die steeds alle kanalen langsgaat en stopt op een bezet kanaal
    • De oninteressante kanalen kan ik op deze scanner laten overslaan. 
  1. (medisch) de in de geneeskunde toegepaste instrumenten waarmee volgens verschillende technieken, beelden worden verkregen die uit vele lagen zijn samengesteld
    • We werken al enige maanden met de nieuwe scanner . 
  1. (techniek) een toestel voor de identificatie van dieren met een ingebrachte microchip
    • Het dierenasiel heeft nu ook zo'n scanner om weggelopen dieren thuis te brengen. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord scanner staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
Vertalingen

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.