zappen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zappen    (hulp, bestand)
  • IPA: /zɛpən/
Woordafbreking
  • zap·pen
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘voortdurend naar een ander televisieprogramma overschakelen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1989 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
zappen
zapte
gezapt
zwak -t volledig

Werkwoord

zappen

  1. met de afstandsbediening alsmaar naar andere tv-kanalen schakelen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord zappen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.