portofoon

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • por·to·foon
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘walkie-talkie’ voor het eerst aangetroffen in 1962 [1]
  • afgeleid van het Latijnse portare (dragen) met het achtervoegsel -foon [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord portofoon portofoons
verkleinwoord portofoontje portofoontjes

Zelfstandig naamwoord

portofoon m

  1. professioneel mobiel zend- en ontvangtoestel voor communicati tussen meerdere mensen
    • In 2005 stapten de Nederlandse politie, brandweer, ambulance en marechaussee over op een nieuw en digitaal communicatiesysteem, C2000, wat niet meer af te luisteren is. Via het C2000-netwerk kan met portofoons en mobilofoons gecommuniceerd worden.'. 

Gangbaarheid

  • Het woord portofoon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
66 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.