rangtelwoord

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rang·tel·woord
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rangtelwoord rangtelwoorden
verkleinwoord rangtelwoordje rangtelwoordjes

Zelfstandig naamwoord

rangtelwoord o

  1. (grammatica) een telwoord dat een rangorde of volgorde aanduidt
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord rangtelwoord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.