rangtelwoord
Nederlands
Woordafbreking
- rang·tel·woord
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van rang en telwoord
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rangtelwoord | rangtelwoorden |
verkleinwoord | rangtelwoordje | rangtelwoordjes |
Zelfstandig naamwoord
rangtelwoord o
- (grammatica) een telwoord dat een rangorde of volgorde aanduidt
Verwante begrippen
Vertalingen
1. een telwoord dat een rangorde of volgorde aanduidt
Gangbaarheid
- Het woord rangtelwoord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'rangtelwoord' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.