elfde

Nederlands

Rangtelwoord (nl)
0e1e2e3e4e5e6e7e8e9e
10e11e12e13e14e15e16e17e18e19e
20e21e22e23e24e25e26e27e28e29e
30e31e32e33e34e35e36e37e38e39e
40e41e42e43e44e45e46e47e48e49e
50e51e52e53e54e55e56e57e58e59e
60e61e62e63e64e65e66e67e68e69e
70e71e72e73e74e75e76e77e78e79e
80e81e82e83e84e85e86e87e88e89e
90e91e92e93e94e95e96e97e98e99e
100e200e300e400e500e600e700e800e900e1000e
100e103e106e109e1012e1015e1018e1021e1024e1027e
Uitspraak
  • Geluid:  elfde    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ˈɛlf.də/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈɛlv.də/
    • (Limburg): /ˈɛlv.də/
Woordafbreking
  • elf·de
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het hoofdtelwoord elf met het achtervoegsel -de

Rangtelwoord

elfde

  1. nummer elf in een rij
    • Hij werd elfde op de Olympische Spelen. 
  1. gedeeld door elf
    • Hij kreeg vijf elfde van het land. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord elfde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.