prei
Nederlands
Woordafbreking
- prei
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘soort look’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1226 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | prei | preien |
verkleinwoord | preitje | preitjes |
Zelfstandig naamwoord
prei v/m
- (plantkunde), (groente) Allium porrum, een look die als groente gegeten wordt
- Onze hele familie vindt prei heerlijk.
Vertalingen
1. Allium porrum, een look die als groente gegeten wordt
Gangbaarheid
- Het woord prei staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'prei' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.