onweersbui
Nederlands
Woordafbreking
- on·weers·bui
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van onweer en bui met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | onweersbui | onweersbuien |
verkleinwoord | onweersbuitje | onweersbuitjes |
Zelfstandig naamwoord
onweersbui v/m
- (meteorologie) een regenbui met bliksem en donder
- Een vreselijke onweersbui trok over het land, waarbij verschillende boerderijen in brand vlogen.
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord onweersbui staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'onweersbui' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.